Suikerwafels
Deze zoete stroperige wafels zijn het lekkerst als je ze versgebakken en nog warm oppeuzelt.
Suikerwafels
Deze zoete stroperige wafels zijn het lekkerst als je ze versgebakken en nog warm oppeuzelt.
Hulpmiddelen
Ingrediënten
85 ml melk, lauwwarm
8 g droge instant gist
225 g bloem
1 theelepels zout
15 g vanillesuiker
100 g zachte boter
100 g parelsuiker
75 g poedersuiker
Stap voor stap
Met dit recept kun je 10 wafels maken.
Klop de gist door de melk en laat de melk op een warme plek gedurende 10 minuten rusten.
Bevestig de zeef met weegschaal op de mixer. Zeef de bloem, het zout en de vanillesuiker op snelheid 2 in de kom.
Voeg het ei en de zachte boter toe aan de droge ingrediënten en meng met de kneedhaak op snelheid 2 totdat een zacht en elastisch deeg ontstaat. Dek de kom af met een schone theedoek en laat het deeg op een warme plek 30 minuten rijzen. Het deeg neemt als het goed is met ongeveer een kwart in volume toe.
Voeg de parelsuiker toe aan het gerezen deeg en meng kort op snelheid 1 totdat de suiker in het deeg is opgenomen. Verdeel het deeg in 10 gelijke delen en vorm elk stuk tot een bal. Sprenkel er poedersuiker overheen.
Plaats de wafels in een voorverwarmd en ingevet wafelijzer en bak ze op middelhoge stand gedurende ongeveer 4 minuten totdat ze goudbruin en gekaramelliseerd zijn.